Reynaertstad Hulst

Het was rond de pinksterdagen,
Bossen, kreupelhout en hagen
waren met groen loof bevlagd.
Koning Nobel had bedacht
dat Zijn Hof bijeen moest komen.
Op die mare kwamen stromen
grote dieren, kleine dieren
naar de Nobelse kwartieren:
Heel Zijn Volk uit veld en bos,
op één na: Reinaert de Vos.

(Eerste strofe uit Van den vos Reynaerde, hertaling: Ernst van Altena)

In het dierenrijk houdt koning Nobel hofdag. Bijna alle dieren klagen over de kwade streken van Reynaert de vos. Na rijp beraad wordt de vos ter dood veroordeeld. Terwijl Bruun de beer, Tibeert de kater en Isengrijn de wolf de galg al oprichten, weet de listige Reynaert koning Nobel met een subliem verhaal te overtuigen van zijn onschuld. De koning spreekt Reynaert vrij, maar de wrede vos maakt direct nieuwe slachtoffers en laat koning Nobel en zijn hof verslagen achter.

Dit Reynaertmonument staat in Hulst (Zeeuw-Vlaanderen) net buiten de Gentse Poort. Ontwerp van Anton Damen, 1938.

Het verhaal van de Vos Reynaerde is gesitueerd rondom Hulst in Zeeuws-Vlaanderen. Hulst noemt zich dan ook met trots de Reynaertstad. Sommige locaties uit de fabel zijn duidelijk terug te voeren op bestaande plekken, waaronder Hulsterlo (Nieuw-Namen), Absdale (ten westen van Hulst) en Elmare, de uithof van de Sint-Pietersabdij ten zuiden van IJzendijke. Het is duidelijk dat de schrijver dit gebied goed kende. Waarschijnlijk was hij zelf afkomstig uit deze streek.

Het ‘Beduimelde boek’ staat naast de kerk op het Grote Markt. Op het beeld de tekst:

Den Coninck Lion gebiedt alle Dieren
t’ sijnen Hove te komen, alwaer
Reynaert wort van Isegrim

eerst beschuldight

bedietsel
Die wel wilt oordelen
moet beyde de Partijen hooren,
want dickwyls de een niet min
als d’ander schuldigh is


Beeld van Luc Ingels, 2005