Ze heeft niet het rustigste plekje uitgezocht om haar boek open te slaan. Achter, naast en voor haar, overal winkels, terrasjes en langslopende mensen met volle tassen. Maar ze zit verdiept in haar boek en lijkt van het rumoer om haar heen geen last te hebben.
Die lesende, is haar naam. En ze zit in Aken op de hoek van de Buchkremerstraße en de Ursulinerstraße.
Je loopt er bijna aan voorbij, het is maar een klein gedenkteken in een rustig straatje, om de hoek van de hoofdingang van het Catharinaklooster.
Het is een eerbetoon aan een Hongaarse theoloog János Apáczai Csere, die in 1651 aan de voormalige Universiteit van Harderwijk is gepromoveerd. Het hangt in de Academiestraat.
Op het Kerkplein vind ik nog een mooi boekentafereel, boven de deur van het voormalig Burger Weeshuis. Het jongetje houdt de Bijbel onder zijn arm geklemd, het meisje heeft een boekje in haar hand met de jaartallen 1554 – 2014.
Vijf jaar geleden fotografeerde ik bij het Zandsculpturenfestijn een paar zandsculpturen met boek. Dit jaar staat het festijn in Garderen in het teken van verhalen. Dus ging ik opnieuw kijken, en foto’s maken.
Er waren én beelden waarin boeken een belangrijke plaats innamen én beelden die verhalen uitbeelden.
In de grote plaatsen Bolzano en Merano heb ik niet veel lezende beelden gevonden, maar diep in de bergen, in Val Gardena, heb ik meer geluk. Het zijn vooral heiligenbeelden, maar ze lezen. In Ortisei vind ik deze muurschildering.
Cësa Brida is geen Italiaans of Duits, de twee talen in Zuid-Tirol. Het zal dus Ladinisch zijn, de derde taal die in dit deel van Italië wordt gesproken. Cësa betekent Huis, wat Brida betekent kan ik niet achterhalen, want het Ladinisch is nog niet opgenomen in Google Translate. Ik denk dat het Bruid betekent. Bruidshuis. En dan niet in de betekenis van een modehuis voor bruidsjurken, maar in de betekenis van klooster, waar de bruiden van Jezus wonen.
Iets verderop, boven de ingang van een klein kerkje, vind ik dit beeld.
De heilige Antonius, patroonheilige van vrouwen en kinderen, armen, bakkers, mijnwerkers, het huwelijk, reizigers, verliefden én van de verloren voorwerpen. Onder zijn naam staat Preia per Neus. Ook dat zal Ladinisch zijn, want als ik het in Google Translate zet, komen er geen vertalingen uit.
We gaan heel even de grens over, naar Zwitserland. Zo levendig als zelfs de kleinste Italiaanse dorpjes zijn, zo stil was het in dit Zwitserse Müstair. Een postkantoor, een winkeltje, veel hotels, deels gesloten, en een groot klooster: Clostra San Jon. Maar geen mensen. De non heeft er dus weinig bekijks met haar bijbel in de aanbieding.
Wat kun je nu beter doen terwijl je op de trein zit te wachten, dan lezen. Glaasje Aperol Spritz erbij. In het zonnetje. Door de ramen zie je de trein al komen.
Waarom deze goede man in een stil hoekje weggestopt staat in Bolzano, is mij niet duidelijk. Deze Geremia Bonomelli was eind 19e begin 20e eeuw episcopus, of te wel bisschop in de regio Lombardije-Venetië. Bolzano ligt niet in deze streek. Hij wordt geroemd omdat hij zich inzette voor de Italiaanse emigranten. Zuid-Tirol was toen nog geen Italië, dus wellicht heeft hij de mensen die naar Oostenrijk emigreerden hier toen ondersteund.
Vertaling van het opschrift Adest monet ad bonum urget: Hij is aanwezig en spoort ons aan om goed te doen.
Het beeld staat op het Piazza Silvius Magnago – Silvius-Magnago-Platz in Bolzano – Bozen.