Voor een tentoonstelling in 1936 bracht de Limburgse kunsthistoricus Timmers twee beelden bij elkaar van de zogenaamde ‘Anna te Drieën’. Een aantal jaar later publiceerde hij een artikel over deze twee beelden en drie andere Madonnabeelden. Vijf beelden uit kerken in het Maasdal. Hij vond de overeenkomst tussen de kunstwerken zo treffend dat hij meende met een en dezelfde kunstenaar van doen te hebben. Wie dat was, wist hij niet en weten we tot op de dag van vandaag nog niet. Hij vernoemde de meester daarom naar het werk dat hij het mooist vond: de St. Anna te Drieën uit de Augustinuskerk in Elsloo. De ‘Meester van Elsloo’ was geboren.
In de jaren daarna werden nog vele kunstwerken toegeschreven aan de Meester van Elsloo. Inmiddels is duidelijk dat de kunstwerken niet van één kunstenaar kunnen zijn. Ze zijn waarschijnlijk afkomstig van een aantal kleine werkplaatsen in het Maasdal.
Onder het motto ‘Meester van Elsloo, Van eenling naar verzameling’, exposeerde het Bonnefantenmuseum in Maastricht een 80-tal houten beelden uit dit 16e eeuwse oeuvre.