In Mexico is het een miljoenenstad, in Spanje een klein stadje ten oosten van Madrid: Guadelajara.
In het stadje troffen we dit standbeeld van Don Pedro González de Mendoza. Hij was een Spaanse kardinaal, staatsman en advocaat. In 1468 werd hij benoemd tot bisschop en 5 jaar later werd hij kardinaal en aartsbisschop van Sevilla. Hij zat 20 jaar lang de koninklijke raad voor en zijn invloed was zo groot dat hij tijdens het bewind van koningin Isabel en koning Fernando ‘de derde koning’ werd genoemd.
Nog een mooie verhaal dat we in de metro zagen hangen.
Mijn vader leest hardop Mijn vader heeft mij leren lezen: ik las een klein stukje voor aan hem, in ruil daarvoor vertelde hij mij een verhaal. Hij heeft me ook van boeken leren houden, en dat deed ik op de beste manier: door ze hem te laten lezen. Mijn vader leest hardop. Een van mijn meest levendige jeugdherinneringen is die van zijn stem die vanaf de plek waar hij zat te lezen, te horen was in het hele huis. Terwijl ik en mijn broer Alfredo vioolspeelden, drong de stem van mijn vader onze oren binnen, en daarmee het verhaal uit het boek dat hij in handen had. Mijn zussen Teresa en Cristina delen deze herinnering: ons huis was vol woorden. Mijn vader vertelde dat hij hardop begon te lezen toen hij de lerarenopleiding deed. Daar sloot hij vriendschap met een blinde jongen. Hij begon toen hardop te studeren, zodat zijn vriend ervan kon profiteren. Jaren later leerden wij via de stem van mijn vader zijn boeken kennen. We begrepen de verhalen nog nauwelijks, maar via zijn stem vulden onze hoofden zich met personages, beelden en ideeën. Zonder dat we stopten met vioolspelen.
De Spaanse hoofdstad eert ook twee Mexicaanse schrijvers met een beeld.
Deze dichteres Juana Inés de la Cruz staat op het Plaza de España. Al op zeer jonge leeftijd was ze geïnteresseerd in literatuur en wetenschap. Ze was arm, had geen familie en wilde ook niet trouwen. Daarom zocht ze haar toevlucht in een klooster. Hier kreeg ze de tijd om zich aan haar studies te wijden. Ook haar belangrijkste gedicht, de droom, schreef ze hier. In het klooster had ze als protegé van de onderkoning relatief veel vrijheid. Wel kwam ze vaak in botsing met kerkelijke functionarissen omdat die haar gedichten te ‘wereldlijk’ vonden. Ze streefde naar meer gelijke rechten voor vrouwen, en verdedigde het recht op onderwijs voor vrouwen. Hierdoor wordt ze wel als een voorloopster van het feminisme gezien.
In het Parque Norte staat schrijver Leon Felipe, geboren in Spanje als kind van Mexicaanse ouders die op reis waren in Europa. Het beviel ze goed in Spanje, en besloten zich er te vestigen. Als dichter verwierf hij vooral bekendheid met zijn gedicht over de Spaanse burgeroorlog. In 1938 vluchtte hij voor de Spaanse burgeroorlog naar Mexico, waar hij in ballingschap leefde tot hij stief.
In Madrid zijn veel mooie tegeltableau’s. De meeste zie je bij café’s en restaurants en hebben eten en drinken als onderwerp. Deze, aan de gevel van een Ierse pub, toont een lezende vrouw.