Lezen tussen de bouwvakkers

Verder dan een paar dagen fietsen in Duitsland reikt mijn buitenland dit jaar niet. Heel anders dan voorgaande jaren, maar het leverde wel weer een paar lezende beelden op.
Dit meisje bijvoorbeeld. De bouwwerkzaamheden lijken haar niet echt te deren, ze leest onverstoorbaar door. Maar haar zusje in Almelo zit toch een stuk rustiger.

‘Lezend meisje op de bank’ is van Jürgen Ebert en staat hier voor de zij-ingang van de Sankt Antonius Dom in Gronau.

De heilige Antonius met varken

Het lezende meisje verkeert in goed gezelschap. Haar buurman is de heilige Antonius de Grote, uit Egypte.

De Heilige Antonius de Grote werd rond 251 geboren in een christengezin in Egypte. Toen hij 20 jaar was stierven zijn ouders en lieten hem een aanzienlijk vermogen na. Maar schonk al zijn bezittingen aan de armen en trok zich terug in de woestijn om een leven van gebed te leiden. Later voegden andere christenen zich bij hem en samen vormden ze een van de eerste gemeenschappen van monniken in zijn klooster van Sint-Antonius. Antonius wordt dan ook beschouwd als de grondlegger van het kloosterleven.
Hij stierf waarschijnlijk op 105-jarige leeftijd.

Sinds de middeleeuwen wordt hij met een varken afgebeeld. De Antonieten mochten namelijk, als dank het verplegen van de zieken hun varkens vrij in de dorpen laten rondlopen om zo voedsel bij elkaar te scharrelen.
Verder draagt hij een Antoniuskruis of Tau(-kruis) bij zich, een onderscheidingsteken van de Orde van Sint-Antonius, een kruis in T-vorm met daaraan een Antoniusklokje.
Tot slot heeft hij vaak een boek of boekrol in zijn hand. Hij zag de natuur als een boek dat gelezen kan worden als een bron van godskennis. Een bezoeker zou Antonius gevraagd hebben hoe hij het als kluizenaar toch zonder boeken kon stellen. Het antwoord van Antonius was: Mijn boek is de gehele natuur en ik kan dat boek lezen wanneer ik wil.

Bij het beeld staat geschreven:
Antonius der Grosse 251-356 n. CHr, Einsiedler in Ägyptenm Abt
Attribute: Schwein, T-Kreuz, Glocke, Buch
Den Armen ein grossmütiger Helfer in der not den mächtigen seiner zeit ein kluger Ratgeber Kämpfer gegen menschl. Schwächen und süchte patron dieser Pfarrgemeinde seit 1538
1988 auch heute noch wegweiserfür viele

Antonius de Grote, Kluizenaar in Egypte
Attributen: varken, T-kruis, bel, boek
Een grootmoedig helper voor de armen in nood, een adviseur van de machtigen zijner tijd
Strijder tegen menselijke zwakheden en verslavingen, beschermheer van deze parochie sinds 1538
Ook vandaag de dag nog steeds een gids voor velen, 1988


Beeld staat voor de Sankt Antonius Dom in Gronau.

Het Veerse Gat

Zeeland recreatieland
Het kleinste dorp, de grootste stad
Zij hebben allemaal wel wat
Een kanovijver, echoput
Een oude man, een oude hut
En aan het strand verdomd veel zand
Zeeland recreatieland


Op weg naar Veere zong het de hele tijd door mijn hoofd, dit liedje van Jaap Fisher.

Veere recreatiestad
Een toren met een restaurant
Een walle- en een waterkant
Een havenkroeg, 1 havenmeid
En veel antiek uit d’oude tijd
Het meterslange wandelpad
En tot besluit het Veerse – hee wat is dat?
Waar is het Veerse Gat?

En bij dat Veere Gat staat dit lezende beeld. Het is schrijver en dichter Adriaen Valerius, notaris en stedelijk magistraat uit Veere (1570-1625).

Mij zei de naam Adriaen Valerius helemaal niets, maar voor de Nederlandse geschiedenis is hij geen onbelangrijk man: Vlak na zijn dood verscheen zijn belangrijkste werk, de Nederlandtsche gedenck-clanck, een verzameling geuzenliederen. Het gedenck-clanck vertelt het verhaal van de Tachtigjarige Oorlog, doorspekt met door Valerius bewerkte geuzenliederen en nieuwe, door hem gedichte liederen. Het bekendste lied uit deze bundel is het Wilhelmus, oorspronkelijk ook een geuzenlied.
Dus op de terugweg uit Veere maakte ‘Het Veerse Gat‘ plaats voor de klanken van ons volkslied.

Het beeld is van Mari Andriessen (ik fotografeerde eerder deze zomer ook een beeld van hem: ir. Lely op de Afsluitdijk) en staat in de Oliemolenstraat.

Reynaertstad Hulst

Het was rond de pinksterdagen,
Bossen, kreupelhout en hagen
waren met groen loof bevlagd.
Koning Nobel had bedacht
dat Zijn Hof bijeen moest komen.
Op die mare kwamen stromen
grote dieren, kleine dieren
naar de Nobelse kwartieren:
Heel Zijn Volk uit veld en bos,
op één na: Reinaert de Vos.

(Eerste strofe uit Van den vos Reynaerde, hertaling: Ernst van Altena)

In het dierenrijk houdt koning Nobel hofdag. Bijna alle dieren klagen over de kwade streken van Reynaert de vos. Na rijp beraad wordt de vos ter dood veroordeeld. Terwijl Bruun de beer, Tibeert de kater en Isengrijn de wolf de galg al oprichten, weet de listige Reynaert koning Nobel met een subliem verhaal te overtuigen van zijn onschuld. De koning spreekt Reynaert vrij, maar de wrede vos maakt direct nieuwe slachtoffers en laat koning Nobel en zijn hof verslagen achter.

Dit Reynaertmonument staat in Hulst (Zeeuw-Vlaanderen) net buiten de Gentse Poort. Ontwerp van Anton Damen, 1938.

Het verhaal van de Vos Reynaerde is gesitueerd rondom Hulst in Zeeuws-Vlaanderen. Hulst noemt zich dan ook met trots de Reynaertstad. Sommige locaties uit de fabel zijn duidelijk terug te voeren op bestaande plekken, waaronder Hulsterlo (Nieuw-Namen), Absdale (ten westen van Hulst) en Elmare, de uithof van de Sint-Pietersabdij ten zuiden van IJzendijke. Het is duidelijk dat de schrijver dit gebied goed kende. Waarschijnlijk was hij zelf afkomstig uit deze streek.

Het ‘Beduimelde boek’ staat naast de kerk op het Grote Markt. Op het beeld de tekst:

Den Coninck Lion gebiedt alle Dieren
t’ sijnen Hove te komen, alwaer
Reynaert wort van Isegrim

eerst beschuldight

bedietsel
Die wel wilt oordelen
moet beyde de Partijen hooren,
want dickwyls de een niet min
als d’ander schuldigh is


Beeld van Luc Ingels, 2005

Drentse lezers

Dat ze in Drenthe van lezen houden, blijkt wel uit de vele lezende beeldjes en beeldjes van schrijvers die ik er heb gevonden. Eerder fotografeerde ik al in Emmen, Roden en Zuidwolde. Vandaag staan ze in Zuidlaren, Beilen, Veeningen en Borger.

Voorlezende moeder, beeld bij de bibliotheek van Zuidlaren, van Onno de Ruijter, 1977

Hier staat de Drentse dichter en schrijver Roel Reijntjes.
Onder het beeld staat een voor Reijntjes typerende uitspraak: “Het leven is net een siepel. A’j’m ofpuult, krie’j de traonen in de ogen’.
Beeld is van Bert Kiewiet, 2004, en staat op de Brink in Beilen.

Alles onder één dak, heet dit beeld. Drie beeldjes in één, met aan deze kant het lezende kind.
Het staat op de Schoolweg in Veeningen en is gemaakt door Onno de Ruijter, 1980

Dit is Harm Tiesing (1853-1936) schrijver van het Drentse leven.
Beeld staat op de Brink in Borger en is van Gerrit Santing, 1976